Met -27 graden naar de Noordkaap
We staan op een heuvel. Het is pikkedonker, want halverwege de avond, en het zal -20 of kouder zijn. Het statief met camera staat klaar, enigszins in de luwte van het bestelbusje. En dan veranderen fletse flarden groen in langs de hemel dansende koorden van een bijna fluorescerende kleur. Als een langdurige lichtshow laat het Noorderlicht zich bekijken, recht voor en boven ons. “Expeditie Noorderlicht” geslaagd!
Als je de Zuidkaap in Zuid-Afrika hebt gezien, is het dan niet gedenkwaardig om eveneens naar de Noordkaap te gaan? Wij trokken ruim een week uit voor een winters avontuur dat we aflegden per vliegtuig, auto, bus en boot, met tochten per sneeuwscooter en hondenslee als tussendoortje. Wij kwamen waar fjorden diepe inhammen slaan in het smalle Noorse strookje land en waar de beroemde Hurtigruten als een soort levensader langs de kust vaart. Daar ligt Alta, bijna 3000 kilometer van huis. Vervolgens ging het naar Honningsvåg en eindigde de reis na de Arctische Noordkaap te hebben gerond en de Barentsz Zee te hebben bevaren in Kirkenes. Ter duiding: dat is iets meer dan 200 kilometer van het Russische Moermansk.
Alta: onbekend én nog onontdekt
Alta, onze bestemming dus, is niet zo zelfbewust. Daar hoor en lees en zie je thuis bar weinig over. Maar ter plekke vertellen ze je – alsof ze je inwijden in een al generaties goed bewaard, lokaal geheim – dat er nergens zoveel noorderlichtnachten zijn als hier, helemaal in de kop van Noorwegen. Dat kan natuurlijk iedereen wel beweren. Worden we hier een beetje met de kluit belazerd, want het klinkt te mooiom waar te zijn. ? Maar nee, zelfs Wikepedia (wie gaat daar nou op zoek naar informatie over Alta?) meldt het: Alta heeft de bijnaam “Noorderlichtstad” vanwege het feit dat de kans dat je Aurora Borealis – het Noorderlicht – hier kunt waarnemen, relatief groot is.

Je bereikt Alta met het vliegtuig vanaf Oslo. In de twee uur die we met SAS vliegen, zien we het landschap onder ons witter en leger worden om (in ons geval: eind januari) bij -14 graden voor het eerst voet op Noorse bodem te zetten. We verblijven drie nachten in het Thonhotel, met uitzicht op de Noorderlicht-kathedraal. We zijn er begin van de middag, maar tegen drieën is de duisternis al ingevallen. Daar moeten wij nog het meest aan wennen: de korte dagen. Je hebt globaal vijf uur daglicht, waarin je al je activiteiten moet plannen. Het zorgt voor een wat gedesoriënteerd gevoel. We hebben een lunch, terwijl het buiten helemaal donker is. Wanneer heb je hier dan avondeten? Alta zelf is niet bijzonder, hoewel de kathedraal een mooi verhaal over het Noorderlicht vertelt. Grappig is wel dat in het stadje veel overdekt is. Wie slim loopt, komt bijna overal zonder werkelijk buiten te hoeven komen.
Vooraf hebben we voor twee dagen een auto gehuurd. Wie denkt dat het op al die besneeuwde wegen levensgevaarlijk is om te rijden, heeft het mis. Noorse winterbanden blijken geheel iets anders dan het pretpakket dat ze in Nederland onder je auto zetten. Er valt prima te rijden, maar waar wij ons wel op hebben verkeken, is het feit dat het hier maar heel kort dag is. En we hebben de auto niet gehuurd om in het donker te rijden, maar om wat te zien…
Sneeuwtocht en ijshotel
Op de tweede dag, onze eerste hele, beginnen we met een sneeuwscootertocht. Stevig ingepakt glijden we door een ongerept winterwonderland, waar we het zonnetje in een knaloranje horizon zien ondergaan. Aansluitend brengen we een bezoekje aan het Sorrisniva Igloo hotel. Dat ijspaleis wordt elk jaar opgebouwd en zorgen kunstenaars voor fraaie ijssculpturen. Je kunt er daadwerkelijk overnachten. Dan lig je in een fraai vormgegeven ijskamer op een ijsbed met bontvellen. Douche? Toilet? Die zijn is er niet. Dat kan alleen bij het echte hotel; mag je dus midden in de nacht bij -20 je bed uit om ijswater te plassen. Vonden wij Reizigers nou niet het meest aanlokkelijke vooruitzicht, te meer daar er een prijs aan de iglo kleeft die vergelijkbaar is met een zeer luxueus vijfsterrenhotel.
’s Avonds gaan we voor het eerst “hunting the northern lights”. Dat kun je geheel op eigen wijze doen en met een beetje gevoel voor richting de juiste kant op rijden, slimmer is het om een gids in te huren die weet wanneer je waar het beste heen kunt om de “special effects” van het aurora borealis in optima forma te zien.. Op de speciale apps die we hebben gedownload, hadden we het al gezien: de kans op groen licht is vanavond minimaal. Dat blijkt helaas te kloppen. Maar op diezelfde apps zien we dat de kans op succes morgenavond veel groter lijkt te zijn.
Op de slee met husky’s, het avontuur tegemoet
Op dag drie gaan we op pad met de husky’s. We laten ons afzetten bij de Holmen Husky Lodge, waar ze zo’n honderd honden houden. Dachten we op de slee te gaan zitten en ons te laten rijden, krijgen we ineens instructies hoe je de sledehonden moet aansturen en in toom moet houden. In Alta leggen met enige regelmaat grote cruiseschepen aan met duizend Amerikanen aan boord. Boek dus vooral geen excursie op de dag dat zij dat ook doen, want dan sta je door de massale drukte na een half uurtje al weer buiten. Wij gaan met een gids voor ons en nog één ander stel achter ons op pad en bovenal een span van zes uitgelaten honden vóór ons. Je hartslag slaat de eerste minuut over als de husky’s voor je slee ervandoor schieten en je je afvraagt hoe je in vredesnaam op die slee blijft staan en de boel enigszins in toom houdt. Maar dan… als het eerste, lcht steile heuveltje is gepasseerd en je tijd vindt om een beetje redelijk gepositioneerd achter de slee te komen staan, ja dan… wat een geweldige ervaring is het om door de sneeuw te glijden met alleen het geluid van zo af en toe blaffende honden. Verder is alles sereen. Zo jakker je twee uur lang met een lekker vaartje en een koude neus door besneeuwde, en bevroren routes. Dit is echt de moeite waard!
Ditmaal zorgen we dat er wel tijd – en dus daglicht – overblijft om met de huurauto de omgeving nader te verkennen. Het wordt een route langs fjorden die er ijselijk bij liggen. Is het verkeer op de weg minimaal, de vergezichten en panorama’s zijn fenomenaal. Denk niet dat je een cafeetje kunt aandoen om van het uitzicht en iets warms te genieten. Dat kennen ze hier amper, want ook als we de volgende dag met de bus nog dieper het noorden in rijden, is een tegenligger een uitzondering en waan je je zo op de pool.
We reserveren voor een vroeg diner bij Trasti & Trini. Dat is een van de betere restaurants rond Alta en daar zijn we wel aan toe na de vorige avond een pizza te hebben gegeten. In een huiselijke sfeer worden we getrakteerd op een stukje beer, vis en rendier. Daar hoort een wijntje bij, iets waar we ons in Noorwegen te weinig tegoed aan kunnen doen – domweg omdat het wel erg kostbaar is. Reken voor een glas wijn of bier maar minstens een tientje. We hebben met onze gids zo afgesproken dat hij ons oppikt bij het restaurant. Vandaar rijden we de heuvels bij Alta in, veel langer dan een kwartiertje zal het niet zijn. Daarboven, met zo’n beetje een 360 graden uitzicht, stappen we uit de warme auto de Noorse kou in. Maar we zijn op alles voorbereid. Het statief wordt neergezet, de camera geïnstalleerd. Wij zijn er klaar voor!

Aurora Borealis: ongekende lichtshow
En dan barst het spektakel los. Recht boven ons of van rechts naar links bij ons weg zwaaiend, in brede banen of strakke strepen. De hemel kleurt groen: het Noorderlicht. Wat fenomenaal. Wie er geweest is, vertelt dat je het aurora borealis vaak pas op de foto’s terug ziet. Daar hebben wij hier geen last van. De groenkleurige lichtshow speelt zich recht voor onze ogen af. Een we schieten foto na foto.
Voor amateurfotografen zoals wij zijn, is het niet onverstandig voor je op reis gaat je te laten informeren hoe je het noorderlicht het best vastlegt, zodat je thuis ook nog enig fatsoenlijk bewijs kunt tonen. Want noorderlicht fotograferen doe je niet met je mobieltje of met de automatische stand van je camera. Er moet gespeeld worden met sluitertijden en diafragma voor het juiste effect. Goed dus om daar vooraf enige tijd in te steken, zodat je enigszins beslagen ten ijs komt. En een statief hoort bij je noorderlicht-uitrusting. Zo staan we daar enkele uren dit wonderbaarlijke natuurverschijnsel gade te slaan, tot we een stijve nek krijgen van het omhoog kijken en onze gids ons tegen middernacht weer bij het hotel afzet.
Aan het eind van de volgende ochtend pakken we onze koffers en de lijnbus om naar Honningsvåg te reizen. Het is een tocht van 200 kilometer, waar we bijna vier uur over doen, naar het laatste bewoonde puntje van Noorwegen. Langs ijsblauw bevroren fjorden, voorbij desolate sneeuwvlaktes en poolachtige landschappen en door tunnels. Tegenliggers zijn sporadisch. Totdat uit het niets de lichten van Honningsvåg opduiken. De Noordkaap ligt nog vijftig kilometer verder, maar wat wij Reizigers er van horen en zien is dat meer een toeristenfuik dan een bezienswaardigheid. We laten de kaap dus voor wat-ies, te meer daar we die de volgende dag met de boot zullen passeren.

Als ‘poolreiziger’ aan boord van de beroemde Hurtigruten
Honningsvåg is namelijk`een van de stopplaatsen van de Hurtigruten. De schepen van deze veerdienst, ter grootte van een prettig cruiseschip, varen van Bergen langs de kust omhoog. Voor de noordelijkste Noren is deze veerdienst soms de enige “levenslijn” met de bewoonde wereld, wanneer de winter elke andere route onbegaanbaar heeft gemaakt. Ook voor ons Reizigers is de Hurtigruten de reden dat we hier zijn. Hoewel sommige passagiers het hele stuk, zeven dagen lang meevaren, willen wij één nacht meemaken. Wij varen over de Barentsz zee – dichterbij Spitsbergen en Nova Zembla zullen we niet gauw komen – naar zijn eindbestemming, Kirkenes. Dat ligt in het onherbergzame noordoosten van Noorwegen ligt, vlakbij de Russische grens. We hebben een binnenhut gereserveerd. Dan zie je weliswaar niks, maar met nachten die hier als om twee uur ’s middags beginnen valt er toch niet veel te zien. Wie de sterrenhemel wil afspeuren, gaat het dek om de sterrenhemel af te turen, maar waar je dan wel een poolwind moet trotseren. Als dank vangen we opnieuw wat noorderlicht op. Aan boord zoeken we compensatie voor de barre weersomstandigheden. Die vinden we in een Kings crab. Tikje bizar om zelf je reuzenkrab aan te wijzen, maar het moet gezegd: als je hier toch bent, moet je de lokale lekkernij niet overslaan. Ook al kost het – zoals alles in Noorwegen – een lieve duit.
De volgende ochtend rond half negen vaart de Hurtigruten het fjord in waaraan Kirkenes ligt. Als een ijsbreker klieft het schip door het bevroren water. We voelen onze echte poolreizigers op weg naar onze eindbestemming. Als we van boord stappen, geeft de barometer -24 aan. Boven ons een stralend blauwe lucht, voor ons sneeuw, sneeuw en nog meer sneeuw. Dit is het. Met nog één nacht in Thon hotel Kirkenes voor de boeg, zit onze expeditie er bijna op. Het vliegtuig zal ons de volgende dag rechtstreeks naar Oslo brengen. Maar nu zijn we toe aan iets warms. Je zou denken dat alle Noren altijd en overal in een sauna zitten. Maar dat beeld is zo’n beetje vergelijkbaar met het idee dat wij allemaal op klompen lopen. Misschien heeft iedereen thuis zijn eigen hot tub en ijsbad, maar voor ons is het even zoeken. In het Scandid hotel (met Thon de twee hotelketens die je telkens, op de meest verlaten plekken weer ziet) vinden we een sauna. Het zweet compenseren we later in een van de weinige cafés met ieder een halve liter bier. Dat hebben we wel verdiend na dit achtdaagse, winterse avontuur.
(Bezocht in januari 2019)
1 reactie
Goed om te lezen!