Van stad tot storm: de Kaap
Zeg je Kaapstad dan zeg je Tafelberg en Robbeneiland. Helemaal waar! Maar er mogen nog wel een paar woorden meer aan Cape Town worden vuilgemaakt, of misschien beter: aan de Westkaap.
Het is het laatste deel van onze ontdekkingstocht door Zuid-Afrika. We kunnen er niet precies de vinger op leggen, maar wij Reizigers waren van de rest van dit enorme land net iets meer onder de indruk dan van Kaapstad zelf, een miljoenenstad die lijkt te zijn samengeperst tussen de Atlantische Oceaan en de uitlopers van de bergen die tot diep in de stad doordringen. Die merkwaardige, ingeklemde ligging zie je vooral goed vanaf (of ter hoogte van) de Tafelberg. Het kabelbaantje naar het hoogste punt is overigens nog wel eens buiten gebruik, bij te veel wind of laaghangende bewolking.

Wij verblijven in de buurt van V&A Waterfront, het wel erg Westerse uitgaansdeel van de stad bij de haven. Breakwater Lodge (klik hier) – ook in de buurt van het stadion, waar Oranje in 2010 in de finale van het WK-voetbal stond – leek ons vooraf de moeite waard voor onze overnachtingen. Het was ten tijde van de Apartheid een beruchte gevangenis, maar nu een universiteit en hotel. Op zijn ligging na hebben wij Reizigers er echter weinig aansprekends in kunnen ontdekken. We vinden Kaapstad ook blanker dan we dachten. Het is hier niet anders dan in de rest van het land: de stad is wit, de buitenwijken met zijn immense townships donker. Het grote verschil is dat blank in Kaapstad niet voor “baas” staat. Aan de Waterfront krijgen we, wel ongeveer voor het eerst, bijvoorbeeld te maken, met witte obers en kom de wat genate onderdanigheid van de donkere bevolking, zoals bij het Kruger Park, ook minder aan het oppervlak.
Mandela’s leven op Robbeneiland
De Tafelberg is vaste prik voor elke toerist. Maar laat dan niet Seinheuvel/Signal Hill links liggen. Vanaf hier kijk je niet minder schitterend uit over zee richting Robbeneiland. Wie de tijd heeft, je bent er gauw meer dan een halve dag aan kwijt, en het historisch besef pikt dat als excursie mee (wel handig om dan thuis achter je laptop (klik hier) alvast kaartjes te hebben gereserveerd; het wil anders wel eens uitverkocht zijn). Het gevangeniscomplex en de cellen waar Nelson Mandela vele jaren van zijn leven sleet, liggen op een half uurtje varen van Kaapstad. Het is er indrukwekkend, te meer daar de verhalen van de gidsen, ex-gevangenen, uit het leven zijn gegrepen. In de stad banjeren wij Reizigers daarna op ons gemakje door Longstreet, waar we ook lunchen, en door de Bo-Kaap met zijn lollystokgekleurde geveltjes.
Het is echt veel meer dan alleen dat gevoel van ‘apies kijken’
Wij Reizigers zitten met één ding in ons maag: wel of niet een township in Kaapstad bezoeken? Je vergapen aan andersmans armoe, is nou dat wat je wilt? We twijfelen zeer, maar krijgen steeds te horen dat het echt meer is dan “apies kijken”. Dat is het natuurlijk wel degelijk, hoe je het ook wend of keert, maar we hebben achteraf toch geen spijt dat we een township-excursie hebben genomen. Want het word je tegelijkertijd wel afgeraden er in je ‘witte eentje’ naar toe te gaan. Dan is zo’n bustochtje feitelijk de enige mogelijkheid om een inkijkje te krijgen in een wereld die je absoluut niet kent, laat staan begrijpt.
De meeste bewoners van de townships lijken het prima te vinden dat je er bent. Je bent er van economische waarde, zullen we maar zeggen. En wat je ziet, is soms beklemmend, veelal aangrijpend maar bovenal onbestaanbaar voor ons Nederlanders. Het is namelijk lang niet allemaal doffe ellende. Genoeg Afrikaners kiezen ervoor hun township, hun thuis, niet te verlaten, ook al zouden ze dat financieel wel kunnen. Wij bezoeken Khayelitsha, dat met vele 100.000-den inwoners de grootste van Zuid-Afrika is, en Langa dat langzaamaan opkrabbelt met nieuwbouwprojecten en hun eigen ‘Beverly Hills’ heeft. Achteraf beschouwd is het – hoe gek het misschien ook klinkt – een van de hoogtepunten van ons bezoek aan Kaapstad.
Naar het uiterste puntje van Afrika
Hoe anders is de wereld als je Kaapstad verlaat via kustweg M6 en langs de Twaalf Apostelen, een van de bergketens die de stad van het achterland scheidt. We gaan een rondje schiereiland doen, maar blijven één middag hangen op een plek waar strand en mondain leven opduiken. We zijn in Clifton en Camps Bay, de buitenwijken van Kaapstad. Cocktail drinken in een van de vele barretjes, flaneren over de boulevard, de ondergaande zon – dat hoort er hier ineens bij. Het is niet het enige merkwaardige ‘natuurverschijnsel’ op de WestKaap merken we. Het schiereiland biedt bijvoorbeeld ook een pinguïnkolonie bij Boulders Beach in de buurt van Simon’s Town. En over “apies kijken” gesproken: al kunnen onze ‘butlertjes’ gaan en staan en zwemmen waar ze willen, dit doet toch wel heel erg dierentuinachtig aan.
Onze verkenningstocht heeft Kaap die Goeie Hoop als doel en omkeerpunt. Als Hollander moet je natuurlijk wel op de uiterste puntje van Afrika, waar de Atlantische Oceaan stormachtig op de Indische Oceaan kletst, hebben gestaan. Alleen al de weg ernaar toe door het ongerepte land en terug via de andere kant van de Kaap, is meer dan de moeite waard.
(Bezocht in oktober 2014)