De eerste ontdekking van het Verre Oosten
Azië was voor ons Reizigers lang een blanco blad. Tot Bali en Lombok op ons pad kwamen om te ontdekken. Bali is hét toeristeneiland van de Indonesische archipel, Lombok het meer natuurlijke eiland. Dat heeft, zo hebben we ervaren, zijn voor- en zijn nadelen.
Bali is Aziatisch zoals je het verwacht: tropisch woud, palmbomen, tempels, prachtige natuur, mooi klimaat, een enorm behulpzame bevolking, een overdaad aan brommertjes en voor toeristen prettig geprijsd. Dat is de ene kant. De andere is dat Bali – om het maar kortweg samen te vatten – zo’n beetje de Costa Brava en Mallorca voor jonge Australiërs is. Voor hen is het vaak een goedkope zon-zee-en-zuipvakantie dichtbij huis. Op een paar luttele uur vliegen, waar wij Hollanders er gauw zestien uur of langer en inclusief het zes uur tijdsverschil bijna een hele dag overdoen. Bali is dus voor jong en oud, voor zon en zee en rust en cultuur, voor backtrackers en pensionado’s. Die twee werelden van verschil hebben wij Reizigers ook ervaren. Lombok is relaxter, minder vol maar niet minder mooi. Wel een dingetje: het is alleen per boot vanaf Bali bereikbaar. Of met een binnenlandse vlucht, maar die schijnt toeristen een lieve duit te kosten
We zullen Bali en Lombok – elk apart – nader onder de loep nemen. Dan kan iedereen zich een eigen beeld en indruk vormen. Waarbij wij onze voorkeuren natuurlijk niet onder stoelen of banken zullen steken. Alvast één conclusie vooraf: wij hebben zeker geen spijt van onze reis en er een prachtig fotoboek met beelden van avonturen en herinneringen aan overgehouden.
(Bezocht in mei/juni 2017)